Geschreven door Paul voor de laatste avond van het traject ‘Laat je kennen‘.

Ooit, ooit kreeg ik het advies, als je wil beginnen met poëzie schrijven

Maak dan een lijst,
maak een lijst van dingen die JIJ zeker weet.
Denk niet te lang, denk niet te hard,
Maar zorg dat jij het zeker weet.
So here goes, drie dingen, die ik zeker weet.

Ik durf niet. Ik durf niet. Ik durf niet.
Waarom kijkt iedereen naar mij?
Wat denken ze allemaal van mij?
Zijn ze werkelijk geïnteresseerd in wat ik zei?
Hoe staat mijn gezicht? Kijk ik wel blij?
Rustig Paul, je staat nog en je leeft,
Aan het einde gaan ze zeker allemaal zeggen: prachtig, erg mooi!
Ik geloof er niets van, de vorige zin rijmde niet eens.,
Is dit wel goed genoeg? Ben ik wel interessant genoeg?
Zo maar even een greep uit mijn gedachtes,
Ieder normaal mens zegt ergens een keer: ho wacht es,
Maar zo werkt het niet in mijn gedachtes.
Alle logica is daar dan van de baan, Er komt geen einde aan,
Heb ik überhaupt wel recht om te bestaan?
Waar komen al die oorlogen vandaan?
Hoe is al dat racisme ooit ontstaan?
Heeft de mensheid recht om te bestaan?

Met meer regelmaat dan ik toe wil geven, twijfel ik hier aan,
De wereld zit vol met pijn, ellende, woede en verdriet,
Vaak zie ik hierdoor de liefde, de vrolijkheid en het geluk niet,
Ik probeer het ècht, te lachen EN te leven,
Maar als niemand mij ziet,
Dan zit ik rillend op de grond,
Als een klein vogeltje dat niet meer vliegen kan,
Een van zijn vleugeltjes, gebroken of lam,
Gevallen uit zijn warme nestje van geluk,
Dan is de wereld te groot en ik te klein,
De grootste uitdaging is om ook dan in mijn kracht te staan,
Want als ik in mijn kracht sta ben ik sterk, kalm en scherp,

Ook dat zijn drie dingen die ik zeker weet,
Misschien zijn deze drie beter om vanuit te gaan, om stil bij te staan,
Om mezelf te overtuigen om in mijn kracht te gaan staan,
Want als ik dat kan, dan kan ik de grote boze wereld aan,
Dan hoef ik niet meer te schuilen bij mijn ouders,
Dan kan ik alles dragen op mijn schouders.


Geschreven door Paul tijdens het traject  ‘Je eigen weg gaan’.

IK
Dit ben ik. Helemaal.

Ik dans misschien niet, maar mijn ogen stralen,
Langzaam durfde mijn armen te gaan dwalen.

Dit ben ik. Helemaal.

Ik dans misschien niet, maar ik kan met liefde omhelzen.

Dit ben ik. Helemaal.

Mijn emoties, mijn stem,
Zie mij, Hoor mij, en vergeet nooit meer wie ik ben.

Dit ben ik.

Aapje
Hoog in de boom, in stilte in de wind,
Dat is, waar hij zijn huisje vind,
Een aapje, slingerend door het woud,
Dit is het, dit is waar hij zijn hutje bouwt.

Een half uur later staat hij weer met beide benen op de grond,
Met een glimlach om zijn mond, is dit hoe hij tot zichzelf komt,
In zijn hoofd een aapje, voor het oog van de ander een mens,
Beseft hij zich immens, dat dit is wat hij voor zichzelf wenst.

Vanuit vertrouwen, met liefde in contact,
Voelt hij in de aarde, hoe hij zijn wortels vertakt,
Vurig verlangend schreeuwen, maar luchtig bewegen,
Via het water als spiegel, ziet hij steeds meer zijn eigen wegen.

Een dag later. In zijn eentje zit hij op de bank,
Hij is er wel, maar voelt dat hij amper landt,
De verbondenheid langzaam laten gaan,
En weer helemaal op eigen benen staan.